Spelen is leren omgaan met emoties
Bart, die ongeveer een jaar oud is, raakt niet in de war als er vreemden op bezoek komen of als hij ergens mee naartoe wordt genomen. Als de spanning te groot wordt, kruipt hij wel even bij moeder op schoot en vanuit die veilige positie heeft hij al gauw weer het hoogste woord. Kinderen die voldoende warmte en veiligheid van hun ouders krijgen, reageren ook op oudere leeftijd meestal flexibel en vasthoudend in voor hen onbekende situaties. Ze passen zich gemakkelijk aan. Bovendien kunnen ze hun gevoelens en verlangens meestal op een goede manier uiten en onder controle houden. Ze hebben geleerd hun emoties goed te sturen en beheersen. Een fundamenteel gevoel van veiligheid is nodig voor een stabiele emotionele ontwikkeling. De vraag is hoe we daaraan kunnen bijdragen. Het allerbelangrijkste is waarschijnlijk wel vanaf het begin goed te luisteren naar de signalen die het kind zelf geeft. Wat is er aan de hand als het huilt’? Heeft het honger of dorst? Of misschien een natte luier? Door attent te reageren op de behoeften van een kind, geven we het een veilig gevoel. En dat wordt niet meer snel afgepakt.
Knuffelen en stampvoeten
Spel en emotie lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. Blijdschap, verdriet, vreugde en angst, ze horen allemaal bij het spelen. Neem alleen al het simpele spelletje waarbij de ouder zich voor het kind verstopt om ineens tevoorschijn te komen onder het roepen van ‘kiekeboe’. Het kind voelt eerst angst en verdriet als zijn vader of moeder uit het gezichtsveld verdwijnt. Komt die ineens terug, dan overheersen vreugde en de blijdschap.
Speelgoed kan bij het herkennen van emoties een belangrijke rol spelen. Denk bijvoorbeeld aan de teddybeer die geknuffeld wordt. En speelgoed is ook belangrijk bij het leren omgaan met gevoelens. Van een vierjarige wordt het nog wel gepikt als hij het mens-erger-je-niet-spel van tafel veegt. Maar van een ouder kind wordt verwacht dat het z’n teleurstelling leert verwerken als het weer eens verloren heeft.
Een kind moet eerst emoties voelen, wil het die later kunnen herkennen. Daarna moeten kinderen die gevoelens op een gepaste manier leren uiten. Ze leren dus geleidelijk omgaan met emoties. De emotionele ontwikkeling verloopt bij kinderen in een aantal opeenvolgende fasen. Maar anders dan bij zaken als zitten, lopen en staan kunnen we niet precies zeggen op welke leeftijd een kind iets onder de knie moet hebben. De emotionele ontwikkeling van het ene kind verloopt nu eenmaal sneller dan die van het andere. Bovendien, er zijn genoeg volwassenen die hun emoties nog steeds niet onder controle hebben. Let maar eens op in het verkeer.
Daar komt een muisje aangelopen
Een baby kent in eerste instantie niet veel meer dan gevoelens van lust en onlust. Heeft hij honger of voelt hij zich alleen? Dan is er sprake van onlust. Eten en de aanwezigheid van vader of moeder roepen dan weer een lustgevoel op. Gevoelens als verdriet, blijdschap, woede, angst en onzekerheid moeten kinderen eerst zelf voelen, voor ze die een naam kunnen geven. Hoewel kleine kinderen hun emoties natuurlijk nog niet onder woorden kunnen brengen, verraadt hun gezichtsuitdrukking vaak veel.
In een samenspel met de ouders leren kinderen hun gevoelens nuanceren. We gaven al het voorbeeld van het ‘kiekeboe-spel’. Andere voorbeelden zijn ‘daar komt een muisje aangelopen’ of het spel waarbij de volwassene eerst het gezicht afwendt om direct daarna het kind flink te kietelen. Kinderen leren zo spelenderwijs omgaan met emoties als spanning, vreugde en blijdschap.
Speelgoed kan het beleven van emoties versterken. Een goed voorbeeld daarvan is het handpoppetje dat de baby kietelt, meedoet met kiekeboe of plotseling verdwijnt en weer tevoorschijn komt. Baby’s vinden dat geweldig.
Gaandeweg leren kinderen hun emoties te onderscheiden. Verdriet voelt anders dan plezier. Op den duur leren ze zelfs het verschil tussen emoties die erg op elkaar lijken, zoals verdriet en teleurstelling. Kinderen kunnen dit verschil echter alleen leren als hun ouders de emoties een naam geven. Later doen de kinderen dat zelf.
Een man mag niet huilen
Volwassenen zien emoties als iets persoonlijks, iets dat ze bij voorkeur niet aan anderen tonen. Een man mag niet huilen. Bij kinderen ligt dat anders, zij kunnen hun emoties nog niet goed beheersen. Ze stampen met hun voeten als ze kwaad zijn, schateren van de lach als ze blij zijn en zijn bijna ontroostbaar als ze verdriet hebben.
Baby’s en peuters mogen hun emoties zonder schroom uiten, maar hoe ouder kinderen worden, hoe minder we accepteren, vooral als het om negatieve gevoelens gaat zoals kwaadheid en verdriet. Ze moeten leren hun emoties in banen te leiden. Kinderen worden daar al snel op gewezen, ook door elkaar. Een kind dat agressief wordt als hij zijn zin niet krijgt, zal door anderen niet snel worden uitgenodigd om mee te spelen. Kinderen die om alles gaan huilen, zijn evenmin populair.
Jaloers op je nieuwe broertje
Als kinderen eenmaal zover zijn dat ze de verschillende soorten emoties bij zichzelf en anderen kunnen onderscheiden, moeten ze leren hun gevoelens te gaan gebruiken. Het imitatiespel biedt daarbij erg veel mogelijkheden om te experimenteren. Bij deze spelvorm mag je immers emoties tonen die je normaal gesproken niet kunt laten zien. Zo kan een kind, dat jaloers is omdat ze net een broertje heeft gekregen, bij het spelen van ‘vadertje en moedertje’ haar woedegevoelens goed kwijt door haar pop eens flink onder handen te nemen. Of het kind dat bang is voor de dokter, kan eerst zelf zijn teddybeer onderzoeken.
Bij dit imitatiespel kunnen allerlei attributen uitstekend van pas komen. Een speelgoedstethoscoop waarmee de beer kan worden onderzocht, een pop die je een luier kunt omdoen, of een masker waarmee je andere kinderen de stuipen op het lijf kan jagen Ze kunnen ervoor zorgen dat kinderen gemakkelijker hun emoties uiten en ze kunnen ook helpen die emoties te versterken.
Je tegenstander blijft je beste vriend
Spelen die aan regels zijn onderworpen, zoals tikkertje en verstoppertje, voetbal en tennis, leren kinderen eveneens omgaan met emoties. Maar deze emoties zijn vaak wel anders dan de emoties die aan bod komen bij het imitatiespel. Bij het regelspel gaat het onder andere om het leren omgaan met verlies. Bij teamsporten moeten kinderen hun emoties beheersen, anders kun je niet goed samen spelen. Bordspelen, zoals halma, dammen en stratego, bieden dezelfde mogelijkheden, want vrijwel geen enkel bordspel kun je in je eentje spelen. Kinderen gaan beseffen dat het belangrijk is sportief en volgens de regels te spelen, zodat hun tegenstander ook na het spel nog hun vriendje blijft.
Rood van kwaadheid
Gevoelens spelen een belangrijke rol bij creativiteit en expressie. Dat geldt voor kunstschilders die hun gevoelens op het doek tot uiting brengen, maar ook voor het kind dat een tekening maakt. Kinderen zoeken daarbij al snel kleuren uit die bij hun stemming passen. Felrood als ze kwaad zijn, groen als ze rustig zijn. Creativiteits- en expressiespelen zijn dan ook voor jong en oud uitstekende mogelijkheden om hun emoties te uiten. Bij het creativiteitsspel wordt in eerste instantie natuurlijk gedacht aan kleurpotloden, verf en papier. Maar er zijn veel meer mogelijkheden, waarbij boetseerklei en constructiespeelgoed nog de meest voor de hand liggende voorbeelden zijn. Bij het expressiespel kunnen – net als bij het fantasiespel – verkleedkleren een grote rol spelen. Hiermee kunnen kinderen zich een specifieke rol aanmeten.